Het was een op zo'n laatste moment beslissing om op zondagmiddag een veldloop te doen, dus richting Goes om daar deel te nemen aan de Jaro-cross. Ook om Jan Roose te steunen in zijn opzet de atletieksport te promoten. Niet dat ik zo'n geweldig gedreven hardloper ben, ik vind ook niet dat ik nog veel heb te bewijzen. Wat er afspeelt in de atletiekwereld ontgaat mij enigszins. Heb wel regelmatig geamuseerd de discussies op allerlei sites gevolgd, trouwens, was wel verrast genomineerd te zijn met één stem voor hardloper van het jaar. Wat mij nu intrigeert, is wie mij vóór heeft gedragen? Wat was de drijfveer om mij te nomineren? Oké, ik had slechts één stem, maar dan nog...vreemd.
De Jaro-cross werd het dus, in plaats van gewoon mijn intervaltrainingen uit te voeren. En dat terwijl ik helemaal geen veldloper ben, ook niet van plan ben om daar mijn hobby van te maken. Een klein startveld, te lopen waren 4 rondjes van...ja...van hoeveel meter eigenlijk? Dat is toch van geen belang, het zou uiteindelijk een kilometer of 7 in totaal zijn. Ik zou geen kanshebber zijn voor de overwinning, dat had ik vóór de start al begrepen. Martijn loopt nu een stuk sneller dan mij, zo goed mogelijk lopen dan maar. De meeste overige lopers kende ik eigenlijk niet, ik had dus geen idee wat ik zou presteren op dit parcours. Meer een Belgische cross, met onder ander over een zompig grasveld dat meerdere keren heen en weer gelopen diende te worden, het pad afgezet met afzetlint. Smalle paadjes tussen de bomen, zeer veel vettig liggende bochten. Kortom, zoals je ze in Belgie wel meer tegen komt (schijnbaar). Om één lijn te trekken met Jan Roose's visie over een hardloopwedstrijd: 'genieten doe je maar achteraf'. En inderdaad, wat heb ik afgezien. Telkens weer dat moeten aanzetten na elke genomen bocht. En maar zien overend te blijven, dat ondanks mijn spikes nog geen sinecure was. Liep samen met Wim van Sparretak twee rondjes op, totdat op het open veld waar zo'n drie keer heen en weer werd gelopen Wim eraf moest, net op het moment dat we de wind vol tegen hadden. En wind zat er meer dat voldoende, het lijkt er altijd wel te stormen tussen die twee Scheldes. Ik liep toen op de derde plaats, voor mij Wouter van Caspel en Martijn de Kok. Ik was duidelijk geen partij voor die snotneuzen en kon niets anders dan de derde plaats verdedigen. Dat lukte dus, en na 23 minuten en 26 seconden kwam ik volledig afgedroogd over de finish. Na Wouter en Martijn te hebben gefeliciteerd kon ik alleen maar stellen, dat het waarschijnlijk wel ergens goed voor zou geweest zijn? Beide lopers konden dit alleen maar beamen.
Goed, de middag was gevuld op een leuke manier. Zeker in navolging van de tweede helft. Want kan ik het wel eens presteren om vooraan mee te strijden voor één van de eerste plaatsen, de kantine verlaat ik over het algemeen als één van de laatste...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten